Na de wijnoogst verliezen de
wijnstokken hun bladeren, en maken aldus ruimte voor het
onderhoud. De winterperiode wordt voornamelijk besteed aan
het bijwerken van de planten ('la taille'). In de
Champagnestreek is de taille gereglementeerd. Ze begint
zodra de bladeren afgevallen zijn, wordt onderbroken van
midden december tot midden januari om de winterrust van de
planten te respecteren, en begint dan opnieuw tot einde
maart. De taille verzekert een goede sapstroom naar de
vruchtdragende knoppen; ze bepaalt de vorm van de wijnstok
en bereidt de latere werkzaamheden voor wanneer de
bladeren beginnen te groeien (de 'tailles en vert'). De
wijnbouwer wil de bladgroei onder controle houden, het
zonlicht tussen de planten laten en zorgen voor een goede
luchtstroom rond de druiven. Begin april, na de taille,
begint het aanbinden van de takken. De snel groeiende
takken worden rond de dragende ijzerdraden gebracht en
vastgebonden met kleine ijzerdraden of draden van
bio-afbreekbaar materiaal. Rond midden mei, nadat de
planten beginnen te groeien, volgen diverse werkzaamheden
om het rendement en de kwaliteit van de oogst te
beheersen. Het zijn "les travaux en vert". We verwijderen
alle niet-vruchtdragende knoppen die op de oude takken
groeien. Het is handenarbeid, en we gaan daarvoor
meermaals doorheen de wijngaard.
het bijwerken van de planten ('la taille')
|